Kook het vlees van de wijdingsram op een heilige plaats. Aäron en zijn zonen moeten het vlees van de ram en het brood uit de mand eten bij de ingang van de ontmoetingstent. Alleen zij mogen eten van het vlees en het brood waarmee de verzoeningsrite voltrokken werd toen zij gewijd en geheiligd werden. Een onbevoegde mag er niet van eten, want het is heilig. Als er de volgende morgen nog iets over is van het vlees van het wijdingsoffer of van het brood, moet je dat verbranden. Het mag niet meer gegeten worden, omdat het heilig is.
Doe alles wat Ik je met betrekking tot Aäron en zijn zonen heb opgedragen. De wijding moet zeven dagen duren. Elke dag moet je een stier als reinigingsoffer aanbieden om verzoening te bewerken. Het altaar moet je met een verzoeningsrite van zonde reinigen en je moet het zalven om het te heiligen. Zeven dagen moet deze verzoeningsrite duren. Daarna is het altaar allerheiligst; alles wat ermee in aanraking komt wordt zelf ook heilig.
Op het altaar moeten elke dag twee eenjarige rammen geofferd worden, de ene ’s morgens, de andere tegen het vallen van de avond. Offer bij het ene dier een tiende efa tarwebloem vermengd met een kwart hin zuivere olijfolie. Offer bij dit dier ook een kwart hin wijn. Bij het andere dier, dat je tegen het vallen van de avond offert, moeten eenzelfde graanoffer en eenzelfde wijnoffer als ’s morgens gebracht worden. Het is een geurige gave die de HEER behaagt, een brandoffer dat jullie en alle komende generaties dagelijks aan de HEER moeten brengen bij de ingang van de ontmoetingstent. Daar zal Ik jullie ontmoeten om met jou te spreken. Daar zal Ik de Israëlieten ontmoeten en die plaats zal door Mijn aanwezigheid worden geheiligd. Ik zal de ontmoetingstent en het altaar heiligen, evenals Aäron en zijn zonen, zodat ze Mij als priester kunnen dienen. Ik zal te midden van de Israëlieten wonen, en Ik zal hun God zijn. En zij zullen inzien dat Ik, de HEER, hun God ben, die hen uit Egypte bevrijd heeft om in hun midden te wonen. Ik ben de HEER, hun God.